Stel je voor: een jongen van 11. Hij gaat met plezier naar school, voetbalt fanatiek, spreekt graag met vriendjes af en misschien nog wel ’t belangrijkste: eet gevarieerd. Wie pakweg een jaar geleden had gezegd dat dit een beschrijving van Noah uit Ten Boer is, was door zijn ouders Helga en Marten waarschijnlijk voor gek versleten. “Onze Noah van een jaar terug is verzwakt, bang om ziek te worden van eten en raakt sociaal steeds meer geïsoleerd. Zijn en ook ons wereldje wordt kleiner en kleiner, maar dan kunnen we bij SeysCentra terecht. Dat verandert alles.”
Noah’s worsteling met eten duurt al zijn jonge leven lang. Als baby is hij vaak ziek. Hij spuugt veel en blijkt in hoge mate allergisch voor koemelk, ei, noten en pinda’s. De stap naar vaste voeding lukt amper. Als jonge ouders modderen Helga en Marten aan, terwijl ze driftig hulp zoeken. Zonder resultaat. Complicerende factor is dat Noah daarnaast ernstige long- en luchtwegproblemen heeft. Regelmatig ligt hij daarvoor in het ziekenhuis. “De combinatie van alles maakt dat Noah van jongs af aan angstig is en negatieve associaties met eten legt”, zegt Helga. “Had hij buikpijn, dan lag dat in zijn beleving aan wat hij net gegeten had. Op die manier valt steeds meer eten met een reden af, uitgezonderd patat en brood met hagelslag. Dat is zijn standaardmenu vanaf z’n vierde.”
Het eenzijdige voedingspatroon eist langzaam zijn tol. Noah krijgt te weinig vitamines binnen, bloedwaardes tonen verval. Tekenend zijn de spierkrampen bij het voetballen. En niet alleen fysiek, ook sociaal zijn de gevolgen groot. Helga: “Op een gegeven moment is Noah de helft van de tijd thuis, lusteloos, op de bank. Hij gaat steeds meer uit de weg. Rond zijn 8e wil hij niet meer naar feestjes of met vriendjes afspreken, bang dat hij ziek wordt door een allergische reactie. Niet veel later vervalt hij in depressiviteit. Hij ontwikkelt smetvrees, is bijvoorbeeld bang om op een bank te zitten waar anderen hebben gezeten. De wereld voelt steeds onveiliger voor hem.”
Helga en Marten zijn er dan voor zichzelf al uit wat Noah nodig heeft: een behandeling bij SeysCentra. “Via Facebook leg ik contact met lotgenoten en hoor over ARFID, een voedingsstoornis gekenmerkt door selectieve voedselweigering. Ik weet meteen: dit gaat over Noah! Vanaf dat moment gaan we voor een verwijzing. Als ouders kunnen we niet meer. We hebben professionele hulp nodig om de negatieve spiraal te doorbreken.”
De verwijzing komt er, maar er is wel één dingetje: de afstand. Van Ten Boer, ten noordoosten van Groningen, is het ruim 200 kilometer naar Malden. Vanwege de problematiek is een interne opname bovendien geen optie. Papa en/of mama moeten dichtbij zijn om Noah te kunnen helpen. Helga: “Een hartverwarmende inzamelingsactie stelt ons in staat om vlakbij Malden een bungalow te boeken. Het is passen en meten met werk en de zorg voor Liva, Noah’s jongere zusje, maar het lukt.”
Anders dan de meeste andere kinderen start Noah bij SeysCentra niet in het behandelcentrum, maar in het ouderhuis. “Uniek bij Noah is de invloed van dwang en smetvrees op zijn eetgedrag”, legt behandelaar Loes van Tiel uit. “Daarom is het voor ons zaak eerst een heel veilige basis te leggen in een gecontroleerde omgeving, om van daaruit met het ontdekken van eten te beginnen.”
Als de basis is gelegd, is er in het behandelcentrum een aparte plek voor Noah, met een eigen bord en bestek. Wat volgt is een intensief traject waarin Noah stapsgewijs gewend raakt aan de textuur en smaak van allerlei eten. “We zijn verrast hoe vlug dat allemaal is gegaan”, blikt Helga terug. “We merken ook al snel dat Noah zich overgeeft als hij eenmaal doorheeft dat het proeven en eten hem niet ziek maakt. Hij overwint zichzelf. Dat maakt hem trots.”
“Noah is een ontzettend dapper jochie”, vult Loes aan. “Want behalve dat hij nu durft te eten komt hij ook andere angsten onder ogen; de angst om met onbekende anderen in één ruimte te zijn bijvoorbeeld of om deurklinken aan te raken. Bijzonder daarbij is de rol van zijn zusje. Zij moedigt hem aan, is een echte supporter. Tegelijk groeit ook bij de ouders de overtuiging dat het de goede kant opgaat.”
“Als de intensieve behandeling in Malden er na 8 weken op zit, zijn we thuis eerst bang voor een terugval”, geeft Helga toe. “Maar het mooie is dat Noah ons vooruit is. Hij laat ons zien hoe ’t moet, is flexibel waar wij nog behoedzaam zijn. Bovendien biedt Loes nazorg. Ze coacht ons tijdens eetmomenten via een video-verbinding. Zelfs op school belt ze in om ondersteuning te bieden.”
De Noah van nu. Afgelopen zomer was-ie na heel lang weer op vakantie. Waar hij vroeger niet aan moest denken, is nu z’n lievelingseten: aardappelen met groente en vlees. Zijn lijfspreuk? ‘Ik moet ’t gewoon doen!’. Helga: “Hoe we begrip vonden bij SeysCentra: dat is ontzettend fijn. En dan het resultaat. We hadden nooit durven hopen dat het zo’n succes zou zijn!”