De één heeft nooit honger, de ander eet heel traag… Eetproblemen kunnen zich op allerlei manieren uiten. Bij jongeren gaat het vaak om een combinatie van te weinig eten en/of heel eenzijdig eten. Maar daarnaast zijn er nog andere signalen die erop kunnen wijzen dat het om een ‘Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder’ (ARFID) gaat.
Lukt het sporten niet omdat je te veel last hebt van vermoeidheid? Heb je ondergewicht doordat je te weinig eet? Walg je van eten of zelfs het denken aan eten? Moet je regelmatig kokhalzen, heb je braakneigingen of ben je bang om over te geven? Al dit soort lichamelijke problemen kunnen te maken hebben met een serieus eetprobleem.
Heb jij je als kind ooit erg verslikt of ben je wel eens bijna in je eten gestikt? Het is goed mogelijk dat als gevolg hiervan slikangst is ontstaan. Ook zijn er jongeren die heel gevoelig zijn in hun mond en keel. Voedsel moeilijk kunnen voelen, ruiken of proeven, zijn daarom ook mogelijke signalen dat er een eetprobleem is.
Heb je moeite met gerechten met veel verschillende smaken zoals maaltijdsoepen, pasta’s of rijstgerechten? Of vind je het lastig dat groente en fruit verschillend kan aanvoelen tijdens het eten of pitjes te eten, zoals tomaten, druiven en sinaasappels? Moet je er niet aan denken dat bepaalde producten samen op één bord liggen of in één pan zitten? Heb je een sterke voorkeur voor producten met dezelfde kleur? Ook dat kunnen signalen zijn.
Eetproblemen kunnen lastig zijn als je met anderen eet. Als je alleen vloeibaar eten wilt, zoals vanillevla, is dat moeilijk uit te leggen aan leeftijdgenoten. Dan is het logisch dat je niet graag bij anderen eet of in een restaurant. De sociale consequenties van een eetprobleem zijn voor veel jongeren een belangrijke reden om er iets aan te doen.
Het is ook mogelijk dat je eetprobleem te maken heeft met het verlangen om dun te zijn of de angst om dik te worden. Het is goed om dit eerst met je huisarts te bespreken. Als dat zo is, is een behandeling bij SeysCentra namelijk niet de oplossing voor jou en moet je samen met je huisarts op zoek gaan naar een andere behandeling.